Header image

Uniek onderzoek naar bescherming van Wespendief

GELDERLAND - Provincie Gelderland deed als eerste in Nederland een grootschalig en langdurig onderzoek met het gebruik van nieuw ontwikkelde hoge resolutie telemetrie met ouderwets speur- en volgwerk. Dankzij dit onderzoek zijn allerlei onbekende gegevens verzameld over de Wespendief. De omstandigheden waaronder de Wespendief (Pernis apivorus) goed gedijt, zijn in kaart gebracht. Deze kennis is nodig om de Wespendief, een havikachtige die als belangrijkste voedselbron wespen heeft, te beschermen. Het onderzoek vond plaats op twee gebieden op de Veluwe en in de Achterhoek bij Lochem. Het duurde drie jaar en bestond uit ouderwets veldwerk: letterlijk in bomen klimmen en dagen de horizon afspeuren en inzet van nieuwe technologie.

Met name het uitrusten met variabel instelbare GPS-dataloggers heeft nieuwe inzichten verschaft omtrent gedrag en habitatgebruik van de Veluwse Wespendieven. Bekend is nu hoe het activiteitsgebied van een Wespendief eruit ziet en welk bostype Wespendieven gebruiken om te voedsel te vinden. Dankzij de schaal van het onderzoek staat vast dat lang niet alle paren jaarlijks tot broeden overgaan en dat tijdig beginnen met broeden essentieel is. Iets waar de vogels niet altijd in slagen. Het moment van aankomst van de vogel is essentieel voor de timing van het broedseizoen en hoe dit ook doorwerkt in de kans dat het betreffende paar in dat jaar jongen grootbrengt. De resultaten worden meegenomen in het natuurbeheerplan. Op de Veluwe zouden voor een goed natuurlijk evenwicht zo’n 150 paren moeten zijn. Dit zijn er naar schatting zo’n 90. Bij een blik op een Wespendiefnest door de verrekijker valt meestal direct het gele oog op dat terugstaart. Wespendieven houden mensen goed in de gaten, maar vooral in situaties waarbij mensen hen weinig aandacht schenken, kunnen ze bijzonder tolerant zijn. Zo zijn er ook paren gesignaleerd die langs de weg broeden. Over het algemeen hebben de wespendieven liever niet teveel mensen in de buurt. Ook bebouwing van dorpen, waar huizen omringd worden door tuinen en waar het habitat voor Wespendieven (en wespen) al een stuk aantrekkelijker moet zijn, werd door de vogels gemeden. Dit geldt ook voor recreatiegebieden waar de bebouwing boven de honderd per hectare uitkwam. Deze grens is te hanteren bij het beoordelen van het effect van veranderingen in de exploitatie van vakantieparken.

Het zat de Veluwse Wespendieven de afgelopen decennia niet mee. Vanaf begin jaren negentig nam het aantal beduidend af. Van twee derde in de periode 1970-85 naar nog geen twee vijfde nu. De oorzaak hiervoor is nagenoeg onbekend. Daarbij geldt dat de Wespendief een langlevende soort is. Slechts langzaam daarom is merkbaar wat het betekent voor de soort als geheel wanneer er minder jongen komen terwijl verandering in de overleving van volgroeide dieren meteen effect sorteert. Een van de oorzaken voor voor de afname zou kunnen zijn de algehele afname van de biomassa op de Veluwe sinds de jaren zeventig. Vooral voorafgaand aan - en tijdens de eifase, wanneer sociale wespen nog geen voedselbron van betekenis vormen, kan een lage broedvogeldichtheid een bottleneck vormen voor de overleving van de soort. Voor sociale wespen werd geen getalsmatige afname vastgesteld. Wel werden wespenkoninginnen over de periode 1975-2010 geleidelijk vroeger waargenomen. Dit betekent een vervroeging van 36 dagen, samenhangend met de hogere voorjaarstemperaturen. Ook Wespendieven vervroegden hun legbegin in dezelfde periode met ongeveer 8 dagen en leken daarbij vooral te anticiperen op de temperatuur in mei. Dit zou kunnen leiden tot een mismatch tussen Wespendieven en hun voedsel, zoals die ook bij Bonte Vliegenvangers werd vastgesteld. Het is onduidelijk hoe structureel dit voortijdige verval van de wespenvolken consequenties heeft voor het groeiend probleem van de Wespendieven. Duidelijk is geworden hoe de Wespendief het beste te beschermen. Maatregelen zijn: zo weinig mogelijk in te grijpen in de natuurlijke successie van vooral grove dennenbos, dat ongeveer 60% van het bosoppervlak op de Veluwe beslaat, kansen op herstel van open, voedselarme ecosystemen door schaalvergroting te heroverwegen in het licht van de eraan gekoppelde afweging om het bosareaal te verkleinen. Geen bosareaal op te offeren aan het vergroten van recreatieterreinen en daar waar dat wel gebeurt de recreatiedruk laag te houden en de rust in de bosomgeving te waarborgen (o.a. geen loslopende honden en geen concentratie van activiteiten aan randen en op overgangen. De Wespendief heeft als belangrijkste bron van voedsel wespenbroed. Uit opengebroken nesten halen ze de raten die ze ook hun jongen voeren. Daarnaast eten de Wespendieven kikkers en jonge vogels. De Wespendief in een zomervogel die over Europa naar Afrika trekt. Een van de schaarse broedvogels.



Ander nieuws