Vroege voorjaarsbloeiers geven kleur aan buitenplaatsen

VORDEN - Stinzenplanten zijn goed ingeburgerd

Boswachter Frans Duermeijer heeft een prachtig decor uitgekozen om een toelichting te geven op stinzenplanten. Terwijl hijzelf uitkijkt op Huys te Schengen, onderdeel van de Heerlijkheid Beek, zien zijn toehoorders achter hem de Ooypolder, een grote vlakte waarin ook de contouren van Arnhem zichtbaar zijn. Hoewel de heuvel bij Beek, waarop de deelnemers aan de excursie staan en het landhuis is gebouwd, ‘slechts’ 85 meter telt, is het uitzicht overweldigend.

En dat geldt ook voor de grond waarop ze staan. Daar is een kleurrijke zee van krokussen, anemonen, lelietjes-van-dalen en nog veel meer bol-, knol en wortelstokgewassen te zien. ”Deze zogenoemde stinzenplanten”, doceert Duermeijer, “Komen veel voor bij oude boerderijen, kerkhoven, kloosters en buitenplaatsen, zoals deze. Daar komt ook hun naam vandaan. Stinzen is Fries.” In Friesland heten buitenplaatsen stinzen, oftewel ‘steenhuizen’. De stinzenplanten zijn sinds de middeleeuwen in Nederland ingevoerd vanuit Oost- Europa en Zuidoost-Azië. Duermeijer: “Om er voor te zorgen dat er wat kleur rond de buitenplaatsen kwam in het vroege voorjaar.”

En dat is nu nog steeds zo. In deze tijd van het jaar, nog voordat de bomen blad hebben, zijn de stinzen te bewonderen bij indrukwekkende, historische plaatsen. De duizenden opvallende bloemen zorgen voor een prachtig kleurenboeket en maken duidelijk dat de lente is begonnen. Stinzenplanten doen het uitstekend in Nederland, ondanks dat het uitheemse planten zijn. Ze doen het zelfs zo goed in ons land dat ze – hoewel oorspronkelijk aangeplant – zijn verwilderd en nu tot de Nederlandse flora worden gerekend; ze zijn ingeburgerd.

Vooral als de temperatuur wat oploopt eind maart, begin april, schieten ze uit de grond, waar ze zich bijna een heel jaar lang verborgen hebben gehouden. Eenmaal boven de grond hebben deze voorjaarsbloeiers een kort maar druk bestaan. Alles gebeurt in periode van enkele weken: groeien, bloeien, vruchten en zaden aanmaken en reservevoedsel opslaan om opnieuw bijna een heel jaar lang onder de grond te kunnen overleven.

Wie alles wil weten over deze bijzonder planten kan woensdag 18 april terecht op landgoed de Kieftskamp, nabij Vorden. De boswachter wandelt met de deelnemers over het landgoed en geeft uitleg. De wandeling start om 14.00 uur vanaf de Kiefskampweg, ten zuidoosten van Vorden. Duur is zo’n 2 à 3 uur. Deelname € 4,50 p.p., kinderen 4 t/m 12 jaar € 2,50. Donateurs Geldersch Landschap en Geldersche Kasteelen gratis. Reserveren niet nodig. Informatie: www.mooigelderland.nl of boswachter John ter Horst, tel: 06 - 51 38 14 53 (ma t/m vr).

Bereikbaarheid: rondweg Vorden (N316) richting Hengelo. Op de rotonde rechtdoor. Daarna de tweede weg linksaf (= Lindeseweg). Daarna de derde verharde weg rechtsaf (= Lieferinkweg). Tenslotte rechtsaf de Kieftskampweg op.