Header image

Voor Doetinchem is de Wmo niet zomaar een wet

DOETINCHEM - Het versterken van de eigen kracht van de inwoners en het versterken van de onderlinge solidariteit. De komende jaren zijn dit de hoofdlijnen van het Wmo-beleid in de gemeente Doetinchem. Afgelopen week stuurde het college van burgemeester en wethouders het beleidsplan voor de periode 2012 – 2016 ter goedkeuring naar de gemeenteraad.

“Voor Doetinchem is de Wmo niet zomaar een wet. Als gemeente willen wij graag onze bijdrage leveren aan een sociaal Doetinchem. De Wmo biedt ons daarvoor ook de komende jaren een goed aanknopingspunt.” Met die woorden presenteert wethouder Otwin van Dijk het nieuwe Wmo-beleidsplan voor de periode 2012 – 2016. Elke gemeente is verplicht om eens in de vier jaar het beleidsplan voor de Wet maatschappelijke ondersteuning opnieuw vast te stellen. “In dit nieuwe beleidsplan houden we vast aan de hoofdlijnen en de kaders van ons eerste Wmo-beleidsplan. Toen was ons adagium ‘Iedereen doet mee!’. Dat blijft ook nu ons motto. Wat wij vooral hebben gedaan, is ons plan toespitsen op de actuele ontwikkelingen en trends.”

Zo blijft de gemeente Doetinchem ook in de komende jaren experimenten met manieren om de hulp aan mensen die het écht nodig hebben, eenvoudiger en effectiever te maken. “Omdat wij vinden dat we steeds moeten onderzoeken of het ook beter kan”, verklaart Van Dijk die eerder al de Pilot Klink ontwikkelde, diverse klanttevredenheidsonderzoeken deed om op basis daarvan de dienstverlening te verbeteren en onder meer de Gemeentepolis introduceerde. Van Dijk: “Doetinchem is een sociale gemeente en daar zijn we trots op. Dat is bovenal de verdienste van al die mensen in onze wijken en dorpen die zich voor elkaar inzetten. Even boodschappen doen als je buurvrouw ziek is. Oppassen op de buurkinderen. En denk aan de duizenden vrijwilligers en professionals die actief zijn in de zorg, sport of het welzijnswerk. Als gemeente willen we ook de komende jaren onze bijdragen blijven leveren aan een sociaal Doetinchem.” De nieuwe experimenten, en daarmee ook het nieuwe Wmo-beleidsplan, kent de komende periode dan ook twee actuele uitgangspunten: empowerment en gemeenschapszin.

Met empowerment wordt het versterken van de eigen kracht van inwoners bedoeld. Van Dijk legt uit: “Iedereen moet zijn eigen levensplannen kunnen nastreven. Als dat niet lukt omdat je op de een of andere manier daarbij een beperking ondervindt, zoeken wij met je naar een oplossing. Omdat iedereen anders is, bestaat er geen kant-en-klare oplossing. Maatwerk is nodig. We gaan met mensen in gesprek en kijken of mensen in staat zijn om zelf of met behulp van hun omgeving hun problemen kunnen oplossen. Lukt dat niet, dan zijn wij er als gemeente om te helpen.” Met gemeenschapszin bedoelt Doetinchem het versterken van de onderlinge solidariteit tussen mensen. Van Dijk: “Onze samenleving wordt een stuk plezieriger als we ook wat voor elkaar over hebben. Het kan dus best zo zijn dat iemand voor een scootmobiel in aanmerking komt en tevens anderen helpt met het invullen van belastingformulieren. Op deze manier zorgen we ervoor dat iedereen mee kan doen.”

Met de ambities beoogt de gemeente ook dat de Wmo ‘toekomstbestendig’ blijft. “In ons nieuwe beleid hebben we dan ook twee hoofdonderwerpen benoemd”, schetst wethouder Van Dijk, die doelt op De Kanteling en de nieuwe werkwijze Wijkwerk Nieuwe Stijl. “Bij De Kanteling gaat het om een omslag van voorziening- en aanbodgericht werken naar vraag- en resultaatgericht werken. De focus verschuift van het verstrekken van individuele voorzieningen naar het ondersteunen van de inwoner bij het vinden van oplossingen. Dus geen recht op een voorziening, maar recht op een resultaat. Dat is de gedachte”, legt Van Dijk uit. De werkwijze daarbij is ‘Het Gesprek’. Oftewel: met de klant het gesprek aangaan, waarbij het vooral om ‘de vraag achter de vraag’ gaat. Met het invoeren van Wijkwerk Nieuwe Stijl wil de gemeente dichter bij de inwoners gaan werken en de systemen ook minder ingewikkeld en klantgerichter maken. “Van zorgconsumptie gaan we waar mogelijk terug naar zelfredzaamheid of mooier gezegd ‘samenredzaamheid’ op wijkniveau”, aldus Van Dijk. Daarnaast hecht de gemeente aan vrijwilligerswerk en mantelzorg komende jaren grotere waarde. “De vrijwilligers vormen samen met de mantelzorgers de goudaders binnen de Wmo. Zij krijgen extra impulsen om ons nieuwe beleid goed te kunnen ontwikkelen en resultaten te kunnen behalen”, aldus Van Dijk.

Tot slot ziet de gemeente Doetinchem nieuwe kansen in de komende decentralisaties. Oftewel de overheveling van een aantal landelijke AWBZ-taken naar de gemeenten. “Als gemeenten zijn wij in staat de eigen kracht en mogelijkheden van inwoners en hun sociale netwerk aan te spreken en om maatwerk in de directe omgeving te realiseren. Daarin liggen nog volop kansen, die wij de komende tijd verder willen uitwerken. Ja, en ook hier gaan wij experimenten niet uit de weg”, zegt wethouder Van Dijk namens het college van burgemeester en wethouders. Wel hoopt de wethouder op voldoende budget voor deze nieuwe taken. “Daarover maken wij ons nog wel veel zorgen. En ook hoop ik dat de bureaucratie die met Rijksregelingen vaak gepaard gaat, in Den Haag blijft. Dus dat wij de ruimte krijgen om de regelingen op onze maat vorm te geven. Dit is ons dringende verzoek aan politiek Den Haag.”



Ander nieuws