Header image

Lezing Evert de Niet: Scheveningers in Aalten

AALTEN - Ter gelegenheid van de expositie Liefde in Oorlogstijd is er op donderdag 4 september om 19.30 een lezing over de Scheveningse Evacués in Aalten tijdens de Tweede Wereldoorlog.

Op 14 december 1941 besloot het Duitse opperbevel daarom tot aanleg van een verdedigingslinie langs de bezette Europese westkust, de ‘Atlantikwall’; een 2685 kilometer lange verdedigingslinie die van Noorwegen via Denemarken, Duitsland, Nederland en België naar Frankrijk liep tot aan de grens met Spanje. De aanleg van deze verdedigingslinie vond plaats in de jaren 1942-1944. De linie – die overigens nooit geheel werd voltooid – bestond uit bunkers, kanonnen, versperringen en mijnenvelden.

Ook Den Haag en Scheveningen ontkwamen niet aan de aanleg van de Atlantikwall. Het strand van Scheveningen was tijdens de Duitse bezetting aanvankelijk nog toegankelijk voor badgasten, maar door de aanleg van de Atlantikwall werden in het voorjaar van 1942 de duinen en het strand tot verboden gebied – Sperrgebiet – verklaard. Al snel daarna werden woningen in de kuststrook van Duindorp en Scheveningen-dorp ontruimd en gesloopt. Van de ene op de andere dag kregen de bewoners te horen dat ze moesten vertrekken. Gezinnen van mensen die niet of niet voltijds werkten – alleenstaande moeders met kinderen, ouderen en zieken – moesten zelfs de kustprovincies verlaten. Zo kwamen er ook in de Achterhoek evacuees, 600 in Winterwijk en 500 in Aalten, aan. Ze werden bij de gezinnen -waar vaak ook onderduikers zaten- ondergebracht. Dat was ook zo met de familie Taal die tijdens de razzia zorgde dat onderduiker Hoopman, die ook bij hen in huis zat, kon ontsnappen met haar cape en kap.

De Duitse bezetters weten dat de kerken in Aalten zondags vol zitten. Op zondag 30 januari 1944 worden de gereformeerde Westerkerk en de Christelijk Gereformeerde Kerk in Aalten omsingeld door SS-sers. In de Westerkerk proberen enkele onderduikers tevergeefs langs het orgel te ontsnappen. De kerkgangers worden gecontroleerd en krijgen twee gulden boete als ze geen persoonsbewijs kunnen tonen. Jonge mannen in de leeftijd van 19 tot en met 23 jaar worden vastgehouden. Gerrit Hoopman (19 jaar) krijgt van een evacué, mevrouw Visser-Taal uit Scheveningen, die in hetzelfde huis ondergebracht is alwaar hij is ondergedoken, haar overrok, schouderdoek en kap. Hij ontsnapt zo in klederdracht op een herenfiets. In de Westerkerk worden 42 mannen opgepakt en in de Christelijk Gereformeerde Kerk 6 mannen. Ze worden naar Arnhem gebracht voor een verhoor en worden daarna naar kamp Amersfoort of naar het Oranjehotel in Scheveningen verder gevoerd. Een aantal onderduikers overleeft de oorlog niet.

In het onderduikmuseum Markt 12 is ook een Scheveningenkamer opgenomen gewijd aan de geschiedenis van de evacués in Aalten en ook heeft Aalten vanwege de oorlogsband een dorpenband met Scheveningen. Er zijn veel contacten. Mevrouw Visser-Taal heeft deze cape/kap beschikbaar gesteld voor de vaste collectie.

De kap was ook in de tentoonstelling ‘De Tweede Wereldoorlog in 100 voorwerpen’ te zien in de Kunsthal in Rotterdam dit voorjaar. Ad van Liempt, de samensteller vertelde bij de opening die op op 4 februari 2014 werd verricht door Zijne Majesteit Koning Willem Alexander - dat het verhaal van de ‘Scheveningse kap’ van Markt 12 in het ‘onderduikdorp Aalten’ zijn favoriet is.

Sinds de oorlog is er een dorpenband tussen Aalten en Scheveningen gesloten. Evert de Niet is actief in die dorpenband en komt nog regelmatig naar Aalten omdat hij als kind hier tijdens de oorlog werd opgevangen in de buurtschap Lintelo. Hij heeft een groot archief van foto- en filmmateriaal over de evacués in de Achterhoek en zal naar aanleiding daarvan een lezing houden.

Inloop: 19.00 uur en start 19.30-21.30 uur. De toegang is gratis. Zie voor de meest recente informatie: www.aaltensemusea.nl



Ander nieuws